Digitaal rijden staat tegenover het analoge rijden. Analoog rijden kent iedereen. Je sluit een transformator aan op de rails, zet de locomotief erop en rijden maar. Met een draaiknop op de transformator regel je de snelheid. Zodra je met meerdere locomotieven wilt gaan rijden moet je dus iets doen... Hier zijn ook in de analoge techniek wel mogelijkheden, maar de echte oplossing voor dit probleem is digitaal rijden.

Door op {ln:http://www.edelmeijer.nl/joomla/index.php/digitaal-rijden/7-digitaal-rijden 'Lees verder} te klikken worden onderstaande artikelen vanzelf gevolgd.

Digitaal rijden

Aanschaf Intellibox

Keerlus

 

Wat is digitaal rijden ?

Bij digitaal rijden staat er altijd de volledige spanning (in ons geval ca. 18V) op de rails. In de locomotieven zijn decoders ingebouwd, elk met een eigen adres. Via een digitale eenheid worden er nu elektronische opdrachten over de rails gestuurd.
Bijvoorbeeld gericht decoderadres 02: Ga rijden met snelheid 01. Dit is bijvoorbeeld in schaalverhouding 10 km per uur. Alleen die locomotief met het decoderadres 02 vangt deze opdracht op en begint langzaam te rijden. Er stond immers al 18V spanning op de baan. De decoder weet dat hij van de 18V maar een bepaalde stroomsterkte nodig heeft om snelheid 01 te bereiken. Daarna kan de digitale eenheid een opdracht geven aan de locomotief met decoderadres 04, die al reed, om bijvoorbeeld te stoppen.

Bijkomstige voordelen van digitaal rijden is dat je in de decoder rijeigenschappen kunt opslaan. Zo zal de locomotief, die opdracht krijgt om met snelheid 01 te gaan rijden van zichzelf meer stroom opnemen als er veel wagonnetjes achter hangen, of als de trein een helling op moet, maar zal de locomotief ook minder stroom opnemen als er een helling wordt afgereden. Bij analoog rijden zou je dit normaliter met de hand moeten bijregelen. Bij een bedrijf met meerdere locomotieven is dit eigenlijk niet meer te doen.

Naast het voordeel van de rijeigenschappen is er een automatische blokbeveiliging. Het volledige spoor is steeds opgedeeld in navolgende blokken. Als de trein naar een volgend blok moet, wordt eerst gecontroleerd of er op het volgende blok niets staat. Zo niet wordt dit blok gereserveerd en kan de trein gaan rijden. Als de laatste wagon het eerste blok heeft verlaten, wordt dat blok pas weer vrijgegeven. Op die manier worden botsingen voorkomen. Bloksystemen bestaan bij analoog rijden ook in de vorm van relaisschakelingen, maar bloksysteem-beveiliging leent zich in combinatie met bezetmelders uitstekend voor digitale aansturing. Nu worden alle digitale opdrachten en controles overgenomen door een computer programma (software) , die via de COM-poort op een extra interface (hardware) is aangesloten, die uiteindelijk op de baan is aangesloten.

Natuurlijk zijn er nog veel meer voordelen en toepassingen. Wij gebruiken voor de computer aansturing het programma Koploper van Paul Haagsma. Hieronder zie je het digitale schema, dat met Koploper is gemaakt:

 

 {ln:http://www.edelmeijer.nl/joomla/index.php/35-digitaal/18-aanschaf-intellibox 'Lees verder}

 

 

Wanneer je baan wordt gevoed met gelijkspanning en er in je ontwerp is opgenomen dat over een bepaald traject in twee richtingen kan worden gereden heb je absoluut te maken met een keerlusprobleem, waarbij kortsluiting ontstaat. Als oplossing bij een analoog aangestuurde baan gebruikten we de keerlus-modules 6199 van Fleischman, die werken op basis van een dubbele gelijkrichter. Deze werken echter niet meer op een digitale baan. Na een korte zoektocht op het internet zijn we een aantal oplossingen tegengekomen. Omdat we geen "echte" elektronici zijn, (die zelf aan de hand van schema's printplaten in elkaar solderen ....) hebben we gekozen voor een kant en klare keerlus module die te bestellen is bij Conrad.

 

In de keerlus wordt een baangedeelte aan twee zijden dubbel geïsoleerd en via de module onder spanning gezet. De werking van de module is gebaseerd op het feit dat zodra de trein het geïsoleerde traject op rijdt er kortsluiting kan ontstaan. Op dat moment wordt de stroom in dat baantraject in een fractie van een seconde omgepoold. Zowel de locomotief als het digitale systeem zullen, doordat de kortsluiting maar heel kort duurt, hier niets van merken.

 

Bij de module zit een duidelijke Nederlandstalige beschrijving.

{ln:http://www.edelmeijer.nl/joomla/index.php/35-digitaal/25-elektrische-installatie 'Lees verder}

Vervanging Digitale aansturing

In oktober 2006 is er iets onverklaarbaars gebeurd, waardoor de Marklin Digital hardware steeds in kortsluitingstand sprong. Omdat het achteraf een combinatie van problemen en storingen betrof was niet meteen duidelijk wat het euvel was. Het heeft me menig weekend en kopbrekers gekost om het probleem te achterhalen. Uiteindelijk is de Marklin hardware pas in april 2007 vervangen door de Intellibox van Uhlenbrock met daaraan gekoppeld een hoogfrequente afstandsbediening van ESU. De oorzaak van het defect blijft echter onbekend.

Je begrijpt dat ik hierdoor nogal wat achterstand heb opgelopen in de aanleg van de sporen. Ik ben gewend elk blok en wissel dat ik aanleg, direct te testen. Als de hardware voor de digitale aansturing het laat afweten kun je ook hier niet verder mee.

 

Voor de techneuten hier een gedetailleerd verslag:

De module 6027 (Central Unit voor gelijkstroom) sprong in de kortsluitingstand zodra de module 6050 (Computer Interface) werd aangesloten. Zelfs zonder aangesloten baanvak en zonder aangesloten computer. Er was dus iets mis met de 6027 of de 6050.
Voor een prikkie, via marktplaats.nl kon ik een tweede 6027 module aanschaffen, die echter het zelfde probleem gaf. De 6050 module was dus stuk. Deze module was echter moeilijker op de kop te tikken en behoorlijk aan de prijs. Ook een mogelijke reparatie via de Marklin importeur zou in de papieren gaan lopen. Dit vond ik deze hardware, daterend uit 1993 niet meer waard.

Via het forum van www.beneluxspoor.net heb ik een elektronica schema kunnen bemachtigen. Bij de technische dienst bij mij op de zaak is een en ander doorgemeten. Volgens de specificaties moet de door te geven spanning ca 20 volt zijn. Zodra de 6050 module echter werd aangesloten viel deze spanning terug naar ca 7 volt. Dit is voor de 6027 module te weinig en die geeft vervolgens kortsluiting aan. De technicus op de zaak heeft alle onderdelen van de 6050 doorgemeten en geen problemen gevonden, behalve een ingesoldeerde IC waarop speciale (oude) firmware draait. Deze IC was nergens meer te krijgen. Dit was dus einde oefening.

In april 2007 besloot ik de Intellibox van Uhlenbrock aan te schaffen. Thuisgekomen meteen proberen. Handmatig aansturen werkte, maar dat deed de Marklin hardware zonder computer interface ook. Daarna de IB aangesloten op de computer met Koploper …Er gebeurde niets!! De moed zakte nu echt in mijn schoenen. Nu kun je op de IB gigantisch veel instellen, maar toch moet de fabrieksinstelling werken. Na wederom veel vijven en zessen bleek nu ook de com1-poort van de computer stuk te zijn. De IB gebruikt meer ‘draadjes’van de rs232 aansluiting dan de 6050 module van Marklin. Na de fabrieksinstellingen terug gezet te hebben eea geprobeerd op com2. Het aansturen van de treinen werkte weer.

Het volgende was het uittesten van de bezetmeldingen. Heel vreemd: Iedere bezetmelder meldde elk bezetmeldpunt op IB en in Koploper bezet. Uiteindelijk ben ik terug gegaan naar de winkel met een testopstelling. Nu bleek zelfs de nieuwe IB (uit de doos) stuk te zijn. De winkelier gaf mij een nieuw exemplaar mee. Thuisgekomen werkte eindelijk alles weer…

 

Een aanrader voor het testen van je seriële of parallelle poort met het programma PORTMON van Microsoft:
http://technet.microsoft.com/nl-nl/sysinternals/bb896644(en-us).aspx


Een aanrader voor het testen, uitlezen en registreren van alle IB instellingen met BWLITE:
http://debale.home.comcast.net/~debale/bw/index.htm

{ln:http://www.edelmeijer.nl/joomla/index.php/35-digitaal/17-bloksysteem 'Lees verder}